Effe bellu

Ik ben niet op mijn bekkie gevallen en kan meestal adequaat reageren . Maar er zijn van die situaties waar ik volledig van stil val.
Deze week was er weer zo’n situatie. Ik zal het beschrijven zoals de conversatie verliep.
 
Ik kreeg een opdracht voor de thuiszorg en sprak af voor het intakegesprek. De cliënt woont op een nieuw park: Boca Gentil.
Ik kom aanrijden en moet stoppen voor de slagboom.
 
“Bon dia, ik heb een afspraak”, begin ik.
“Met wie mevrouw?”, vraagt de meneer leunend op de slagboom.
“Met familie Berends, ik ben van de thuiszorg”
“Ik ken die mensen niet, op welk nummer wonen ze?”
“S20”, weet ik me nog te herinneren.
“Nee, die ken ik niet”
“Maar ze wonen er toch echt. Maar is Sandra er (beheerder van het park), want zij weet ook dat ik zou komen.”
“Nee, die is er nog niet.” Er is wel beweging, de slagboom wordt iets opgetild. Dat zit hem vast in het noemen van de naam van Sandra.
“Okee. Wat nu?” vraag ik maar om de boel een beetje te stimuleren.
“Wat komt u doen dan bij die mensen?” Hij is nog niet tevreden.
“Ik ben van de thuiszorg en zij hebben mijn hulp nodig.” Verklaar ik nog maar eens.
“Heeft u een telefoonnummer? Want wij bellen de mensen altijd om te zeggen dat er bezoek is en te vragen of het klopt.” Kijk nu komt er schot in de zaak.
“Ja die heb ik wel. Een ogenblikje (ik duik in mijn papieren en zoek in de gegevens naar het telefoonnummer). Hier heb ik het….66 53 ……”
“Ja maar mevrouw”, valt hij me in de rede;” wij hebben hier geen telefoon……”
 
Nou dan gaat het licht toch even uit!